De groep wordt opgedeeld in twee teams dat elk aan een kant van het veld staat. Van ieder team staat er een speler in het veld van de tegenstander op een "eiland" (afgebakend met krijt of lint). Het doel van het spel is om de bal in de handen te krijgen van de eigen speler die op het eiland in het veld van de tegenstrever staat, al voetballend. De twee eilandbewoners mogen hun eiland niet verlaten.